Tips voor het broodbakken
Voorbereiding
- Lees het recept goed door voor je begint
- Weeg alle ingrediënten voor dat je begint nauwkeurig af. Als je niet over een weegschaal beschikt waarop je kleine hoeveelheden kunt afmeten, dan kun je het beste de volgende eenheden aanhouden: 1 theelepel zout = ongeveer 3 gram, 1 eetlepel suiker is ongeveer 10 gram. Lees ook: Gewichtstabel, matentabel
Gist
- Bij gebruik van verse gist, eerst goed losroeren en oplossen in lauwwarm water. Je kunt naar eigen behoefte iets suiker toevoegen aan het gist.
- De verhouding verse gist en instant gist. is 3:1, dat betekent dat je 3 gram verse gist vervangt door 1 gram instant gist.
- Los de droge gist op in ongeveer 100 milliliter water van ca. 39°C en voeg een beetje suiker toe, laat dit gistmengsel ca. 10 minuten staan. Op deze manier verkort je het rijsproces van het brood.
- Breng het gist en zout niet in direct met elkaar in contact: roer daarom het zout eerst door de bloem.
Andere ingrediënten
- Zorg ervoor dat alle ingrediënten en materialen op kamertemperatuur zijn. Een mengkom/bekken kun je bijvoorbeeld omspoelen met warm water tot kamertemperatuur.
- Gebruik uitsluitend goede ingrediënten en materialen.
- Op verpakkingen van glutenvrij meel staat waardevolle informatie over onder andere de tijd die je moet mixen maar ook de aanbevolen hoeveelheid vocht. Volg deze adviezen altijd op.
- Meet de temperatuur van het vocht (melk of water) met een digitale thermometer af, de temperatuur moet 30°C zijn. Denk eraan als je gist hebt opgelost in water dat je deze hoeveelheid vocht in mindering brengt op de voorgeschreven hoeveelheid.
Kneden, vormen en rijzen
- Voor een standaard brood waarin 500 gram meel wordt gebruikt, heb je een broodbakvorm nodig met een inhoud van 2 liter; dit is een lengte van ongeveer 28 à 30 cm.
- Het kneden van brooddeeg is belangrijk om een goed brood te bakken.
- Na goed lang en stevig kneden ontstaat er een soepel, elastisch deeg. Je kunt zien of je deeg goed is door te controleren of je er een vliesje van kunt trekken. Neem een stukje deeg en trek dat voorzichtig uit; het is goed als er een soort vliesje ontstaat dat steeds transparanter wordt.
- Over het algemeen laat je een deeg ca. 60 minuten rijzen of tot het in volume verdubbeld is voordat je ermee verder gaat. Sommige broodrecepten vereisen nog een tweede rijs, die duurt vaak wat korter.
- Het mooiste en heerlijkste brood krijg je als je er voldoende tijd voor neemt.
- Zorg er bij het rijzen van het deeg voor dat het goed afgedekt is, zodat het niet kan uitdrogen. Het deeg kun je het beste afdekken met huishoudfolie, een schone vochtige theedoek of een deksel.
Afbakken
- Verwarm de oven altijd voor op een hogere temperatuur, want de oven verliest veel warmte als je hem opentrekt om het brood erin te zetten.
- Besproei het gerezen deeg met lauw water voor het in de oven gaat. Zet eventueel ook nog een vuurvast schaaltje gevuld met water in de oven om uitdrogen van de bovenkorst te voorkomen.
- Als je een mooi glanzende korst op het brood wilt laten vormen, draai dan de oven uit zodra de baktijd is verstreken. Bestrijk dan het gebakken brood met handwarm water en laat het brood gedurende 60 seconden drogen in de oven.
- Wanneer je meerdere broden tegelijk bakt in de oven, reken dan ongeveer 5 minuten baktijd extra.
- Klop op de onderkant van het brood. Als dat hol klinkt is het goed. Maar je kunt ook de kerntemperatuur meten; bij 95°C kun je het brood uit de oven halen
- Haal het brood direct na het bakken uit de bakvorm en leg het brood op een rooster. Laat het brood hierop onder een theedoek afkoelen.
En als laatste tip, maar wel een van de belangrijkste:
Heb geduld. Want ongeduld + geduld = succes